dinsdag 19 januari 2021

Bij wijze van inleiding

 

 (Opgelet: deze post maakt deel uit van een doorlopende tekst; voorgaande delen vind je hieronder of in het archief)

 

Geen twijfel mogelijk: momenteel (we schrijven het jaar 2021) floreert in de maatschappij een behoudsgezinde, nee, een reactionaire visie op wat onderwijs hoort te zijn. Gehoor gevend aan alarmerende peilingen vanuit diverse hoeken (PIRLS, PISA, TIMSS[1]) werd zelfs een commissie opgericht die “ons onderwijs beter moet maken”, lees: “beter laat presteren”. In deze commissie zetelen rabiate voorstanders van het rendementsdenken. Zij voor wie onderwijs het “vullen van een vat” is en het “ontsteken van een vuur”[2] wegzetten als pretpedagogie.

Hun idealen worden vooralsnog doorkruist door een brutale realiteit: we kunnen intussen wel stellen dat met de uitbraak van covid-19 pandemie een historisch feit is geschied dat tot ingrijpende paradigma-verschuivingen aanleiding geeft. Voor wie de conservatieve gedachte is toegedaan is dit geen opbeurende situatie. Zeker voor wat onderwijs betreft moeten meer en beter presteren even het onderspit delven tegenover de logistieke tour de force van verplicht afstandsonderwijs (de digitale school) en alternerend lesgeven. Maar zelfs in deze omstandigheden primeert het dictaat van “we moeten verhinderen dat er leerachterstand ontstaat”, nog aangewakkerd door alweer nieuwe peilingen die die leerachterstand stelselmatig zien toenemen[3] .

Er mag dus gevreesd worden dat, eens het virus bedwongen, de reactionaire reflex des te heviger zal zijn en de klok voor wat betreft onderwijskundige inzichten en methodes een flink eind terug zal gedraaid worden: onderwijs als louter kennisoverdracht, scholen als opvoedingsgestichten waar leerlingen worden klaargestoomd voor de (arbeids)markt. De vraag naar de sociale en culturele functie van een school wordt opnieuw ondergeschikt gemaakt terwijl de ongelijkheid tussen de leerlingen weer dreigt aangezwengeld te worden.

Ik kan wel zeggen dat ik het allemaal zelf heb meegemaakt: van de drill in het college tot het papegaaienwerk in de universiteit. Maar ook de ontwikkeling, samen met een bewonderenswaardig team, van een uniek en progressief pedagogisch project, gestoeld op een divers aantal inzichten en theorieën (die niet eens allemaal hedendaags zijn!)[4].

Er drong zich, bij de vaststelling van deze terugval – die dreigt alle niveaus van onderwijs te besmetten, een gevoel van weerstand aan mij op. Tegelijk creëert de corona-crisis een momentum waarin ook vernieuwende ideeën een kans maken.

Het is onbegonnen werk om steeds weer de opiniebladzijden van de geschreven pers met mijn gedachten en plannen te bestoken, dus besloot ik mijn eigen kanaal te creëren: vandaar deze blog, platform voor het hiernavolgende pamflet.

 



[1] PIRLS: Progress in International Reading Literacy Study; PISA: Program for International Study Assessment; TIMSS: Trends in International Mathematics and Science Study.

[2] “Onderwijs is niet het vullen van een vat, maar het ontsteken van een vuur”, W.B. Yeats

[3] Zie o.m. Trends online, 18-1-2021: “Corona veroorzaakt achterstand in wiskunde”.

[4] Samengebracht in mijn boek “Over het leren van de kunst” (Politeia, Brussel 2020).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bijlage 9: Over de relevantie van het werk van Fernand Deligny

  De relevantie van en het inspirerende in het werk van Fernand Deligny   Alleen al op basis van een aantal kernbegrip...